Rijkshulpschutsluis
Om de herbouw van de Oude Sluis mogelijk te maken is in 1817 de Rijkshulpschutsluis gebouwd. De sluisdeuren zijn ontwikkeld door Jan Blanken, zogenaamde waaierdeuren die door de kracht van het stromende water bewogen. Ooit lag er een duiker in de dijk die de Utrechtse grachten van vers water voorzag.
Aan de oostkant van het boven sluishoofd stond ooit de Rijkspeilschaal, een toren van ongeveer 15 meter hoog.
Ten oosten van de Oude Sluis liep een spuikanaal, dat door een duiker in de Lekdijk water inliet en met een boog aansluiting vond op de Vaartse Rijn ter hoogte van de huidige Helling. Dit zogeheten Volmolengat was bedoeld om extra water uit de Lek in te kunnen laten om via de Vaartse Rijn de Utrechtse stadsgrachten door te kunnen spoelen.
Langs het spuikanaal werd een watermolen (een volmolen) gebouwd, die echter al in 1657 buiten gebruik gesteld werd omdat het binnenstromende water een bedreiging was voor de polders langs de Nieuwe Vaart. (Een volmolen of voldersmolen is een molen die werd gebruikt om wol te “vollen”. Vollen is een nabewerking van geweven wollen waardoor de kwaliteit sterk verbeterde.)
De duiker zorgde door de slechte staat van onderhoud al jaren voor problemen en men besloot op die plaats de nieuw hulpschutsluis aan te leggen. Daarmee werd in 1817 begonnen en het kanaal, dat zorgde voor de aansluiting op de Vaartse Rijn, volgde in grote lijnen de loop van het Volmolense gat. Op de Lekdijk en bij de aansluiting met de Vaartse Rijn kwamen twee ophaalbruggen en een kleine vaste brug die wij kennen als het ‘Drijgje’.
Op 30 juni 1818 ging het eerste schip door de sluis. De kolk, zoals die tegenwoordig bestaat, was destijds vervaardigd van rijshout. In december 1850 werd het vervangen van de westelijke rijshouten kolkmuur door een gemetselde, aanbesteed. De oostelijke muur volgde enige tijd later. In 1852 werden de ophaalbruggen over de Lekdijk en bij de Helling vervangen door vaste platte bruggen. De scheepvaart ging toen al niet meer door deze sluis. Langs de sluis ontstond het Frederiksoord.
Oorspronkelijk werd de gracht bij Fort Vreeswijk gevoed vanuit de Rijkshulpschutsluis. De verbinding, die deels ondergronds liep, is verdwenen, maar de regelschuif en opening in de kademuur van zijn nog aanwezig en herinneren aan deze verbinding.